dinsdag 1 januari 2008

Rijen van Cuba

Bij een douane staat altijd een rij, daar zijn ze voor. Maar op het vliegveld in Havana stond een Rij. Of eigenlijk stonden er twintig rijen die bijzonder langzaam opschoven. Toen een gezelschap van vier Italianen voor me eindelijk aan de beurt was, werden ze één voor één weggestuurd. Ze moesten elders nog een visum halen. Net voor ik mocht doorlopen, kwamen ze één voor één terug en gingen weer voor me staan. Daarna kwam er een overheidsfunctionaris die een man met één been voor ons in de rij zette. Dat hij voorrang kreeg, begreep ik. En dat zijn begeleider ook even door de douane moest, dat moge duidelijk zijn. Maar ik vond het terecht dat ook ik na zo'n drie kwartier mocht doorlopen naar het felverlichte hokje. De douanebeambte keek me niet aan, de twee controleurs achter haar ook niet. Ik moest eerst mijn paspoort maar eens laten zien, en mijn visum. Ze bekeek alles uitgebreid. Daarna moest ik een tijdje in een camera boven haar hoofd kijken, ze schreef iets op, belde even, vulde een formuliertje in en toen mocht ik door.
Ook Krekel slaagde voor de test.
Daarna ging het vlot. De koffers waren er al snel - daar hadden ze dan ook ruim te tijd voor gehad - en we gingen op zoek naar een bus of iemand van de reisorganisatie die ons meer kon vertellen.
Na een half uur vonden we de bus, maakten we kennis met een aantal reisgenoten en wachtten.
Na weer een half uur kwam onze locale gids vertellen dat er een aantal koffers kwijt was en dat we nog twintig minuutjes moesten wachten.
Na een uur kwam de gids vertellen dat het nog tien minuutjes duurde. En na twee uur - voor ons gevoel was het inmiddels vier uur 's nachts - kwamen de laatste reisgenoten. Zonder koffer. Zij hadden in een lange trage rij moeten staan om de vermissing op te geven.
Inburgeren, op Cuba doe je dat gelijk aan de grens.

Geen opmerkingen: